Henk van Dorst heeft ons de vaarregels uitgebreid uitgelegd en de verschillende situaties doorgenomen. De belangrijkste regels staan ook in je lesboek hoofdstuk 12 BPR. Als ondersteuning zijn er videobeelden bijgezocht.
Kleine schepen (tot 20 meter lengte) verlenen altijd voorrang aan grote schepen (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiersschepen, sleep- en duwboten en vissersschepen, die in bedrijf zijn, hebben altijd de rechten van ‘groot’. Ook als ze korter zijn dan 20 meter.